Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als men [6]den huize Davids boodschapte, zeggende: [7]De Syriers rusten [8]op Efraim, zo bewoog zich [9]zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen des wouds bewogen worden van den wind. 6. Dat is, den koning Achaz en den voornaamsten heren van het rijk; of zijnen bloedverwanten. 7. Dat is, de Syriers verlaten zich op de hulp der Efraimieten; zij zijn het eens geworden om gelijkerhand u te overvallen. Hebreeuws, Aram; dat is Syrie rust op, enz. 8. Dat is, op de tien stammen der Israelieten. Gelijk Ps.78:9, en Ps.80:3, en onder vs.17; onder welke de stam van Efraim de voornaamste was, bij welken ook de koningen van Israel hun hof hielden, te weten binnen Samaria. 9. Te weten het hart van den koning Achaz. Deze vrees is gesproten uit een kwade conscientie, ongeloof en misvertrouwen.